De huisvesting na het spenen
De vraag is altijd wanneer is het nu het beste moment om de jongen van de moeder weg te nemen. De meningen hierover lopen soms ver uit elkaar.
Laten we beginnen met te zeggen, dat het altijd verkeerd is om de dieren voor zeven weken alleen te plaatsen.
Dit geldt zeker voor de grote rassen, waar men van de dieren verwacht, dat ze een ruim gewicht zullen halen. Deze dieren mag men zeker niet voor de tiende week van de moeder wegnemen. Dit zou gelijk staan met roofbouw plegen op uw dieren en valt niet goed te praten.
Zelfs als het een mooie en goede voedster betreft is het niet aangeraden om onmiddellijk een nieuw nest op touw te zetten. Doe je dit toch, dan ga je de mist in, want alles gaat ten koste van elkaar.
Laat de voedsters minsten drie weken met rust voor je ze terug te laat dekken.
Jonge dieren hebben de moedermelk hard nodig om weerstand op te bouwen tegen ziekten. Wacht daarom met spenen tot ze 10 weken oud zijn.
Tussen de zevende en tiende week komen de dieren in hun moeilijkste moment. Ze zijn dan zeer vatbaar voor coccidiose en andere ziektes. Ze maken ook een volledig verharingsproces door en kunnen de bouwstoffen heel goed kunnen gebruiken.
Neem ook niet alle dieren in één keer weg, maar spreidt dit over meerdere dagen, zo krijgen de melkklieren de tijd om hun productie te staken. Hierdoor blijft de kans op ontstekingen gering.
RASDIEREN
Wanneer men over zijn rasdieren spreekt, spreekt men niet over gewone konijnen. Maar wat betekent nu dat woord ras.
Een rasdier behoort tot een groep dieren, die zich van andere dieren van dezelfde soort onderscheiden, door bepaalde kenmerken, die erfelijk zijn.
Een volle mond waar we onze gedachten kunnen over laten gaan.
Over het algemeen zal de definitie wel voldoen aan dit begrip "ras" maar voor ons, georganiseerde fokkers, komen er nog wel wat andere factoren om de hoek kijken.
Wanneer een fokker bepaalde diereigenschappen gaat vastleggen, wil dit nog altijd niet zeggen dat hij met rasdieren bezig is.
Bij rasdieren zullen meerdere eigenschappen al vast moeten liggen. Deze eigenschappen moeten weer voldoen aan bepaalde eisen, die voor dit specifieke ras in een boekwerk duidelijk beschreven staan.
Voor onze konijnen is de Standaard voor konijnen, de leidraad om het juiste ras te bepalen. Hierin zoeken we antwoorden op en trachten die zo dicht mogelijk te benaderen .100 % is uitgesloten.
Alle eigenschappen waaraan het ras moet voldoen staan hierin beschreven.
De bouw, het type, de pels, het gewicht, de kleur zowel grond - tussen en dek, oogkleur ( ook zeer belangrijk), alsook de pelslengte enz…
Een ras schudt men niet zo maar uit zijn mouw.
Nu komt de Europese standaard, die de grenzen zal verleggen, vooral in gewicht en kleur.
De" Dag van de Dwerg" vorig jaar en dit jaar te Veenendaal, waren daartoe de eerste stappen. Zeer interessant voor een goede samenwerking in de toekomst. Hier kan men contacten leggen met fokkers uit onze buurlanden om onder meer dieren uit te wisselen. Dieren met een groter gewicht zijn zeer nuttig voor de toekomst van de stam. en zijn vooral gunstig voor de vruchtbaarheid
Men zal een grotere tolerantie moeten hebben bij het hanteren van zo 'n Europese standaard en toch spreekt men over hetzelfde ras.
De bekroning is immers maar voor enkele dieren weggelegd.
Het hoofddoel van een fokker moet niet zijn steeds proberen nieuwe rassen te vervaardigen, het is beter bestaande rassen zuiver te houden.
In een bepaald ras komt men nog te veel verschillende types tegen, die dan diverse stammen vertegenwoordigen.
Hier moet men meer lijn inbrengen.
Onze konijnensport is een sport waarin veel te beleven valt met steeds grotere uitdagingen. Ieder jaar opnieuw verwachten we op onze tentoonstellingen een eerlijke en juiste beoordeling van een goed onderlegde keurmeester.
Besluit: streven naar beter.
Eenmaal vastgelegde eigenschappen zullen dan nog meer volmacht moeten krijgen.
W de Witte
A keurmeester |