Zitten onze dwergen in de lift?

Naar mijn mening hebben de Polen en kleurdwergen de laatste jaren een grote opgang gemaakt in onze liefhebberij.
Daar zijn, denk ik, twee grote oorzaken voor:

1.De stimulans
Vaak ligt de stimulans om te beginnen met dwergen niet bij de fokker zelf.
Een sportfokker-tentoonsteller bezoekt een show en hij maakt daar dikwijls een uitstapje van met vrouw en kinderen. Het zijn deze meer sentimenteel reagerende bezoekers, die bij de dwergkonijnen niet weg te halen zijn. Om de kinderen of de vrouw een plezier te doen koopt de fokker een Pool of kleurdwerg. Dat kleine hokje in de stal heeft hij nog wel vrij.
Nadien vindt hij het erg dat het diertje daar alleen zit en koopt hij nog een partner er bij. Hij denkt: een nestje dwergen zal wel leuk zijn voor de kinderen. En zo is de dwergenfok gestart….
Het is mij al opgevallen dat de meeste mensen liever een kleurdwerg zien dan een volledig witte Pool. Kleur spreekt soms iets meer aan. Als de fokker zo ver is ondervindt hij hoe spannend het kan zijn de juiste dieren te fokken.
De meeste dieren zijn niet fokzuiver. Zo is er dan ook bij elke geboorte onzekerheid en spanning. De vraag is, wat zit er goed in en wat slecht, wat is er nu fokzuiver en wat niet.

Onder enkele fokkers-tentoonstellers worden de vroeger gekweekte grote rassen stilaan verdrongen en vervangen door dwergen.

2. Het probleem van niet-tentoonstellingswaardige dieren
Veel fokkers hebben iets te weinig plaats. Voor iemand die weinig hokken heeft en een klein stalletje geeft de dwergenfok niet de problemen, die er bij grote rassen wel zijn. Waar men 10 grote konijnen kan zetten vinden 20 dwergen hun plaats.
Komt daar nog bij: weinig voedsel en weinig mest. Kleine nesten ook en dus niet vlug last van overbevolking. Kortom ideaal voor wie in de stad woont.

Nu is men ook volop bezig met het fokken van alle mogelijke kleuren. Sommige kleurslagen zijn al zeer goed doorgefokt en geven nog maar weinig problemen. Het zijn alleen nog de tan, de rode en oranje kleurslag en de japanner die in hun kinderschoenen staan. Er wordt nu gewerkt aan de kleurdwerg in hangoorbont enz…Hier is zeer veel geduld voor nodig.
Ook zijn er nog enkele patronen of kleurslagen die bij ons nog niet erkend zijn en in de ons omringende landen wel. Ook hier is nog werk aan de winkel voor de Europese standaard.


De meest voorkomende fouten bij onze dwergen:

Ik fungeer nu al enkele jaren als keurmeester en het valt mij op dat in de meeste gevallen steeds dezelfde fouten terug komen.
Een iets te lang type, licht genepen achterhand, kleine tekortkomingen in de achter- en/of voorhand, niet de juiste stand van achter- of voorbenen, geen goede bolvormige kop, slecht sluitende oren (men mag geen licht meer zien tussen de oren), oren iets te grof, of papierachtig van weefsel.
Ook de pelskwaliteit kan vaak beter. Sommige pelsen hebben iets weinig onderwol of zijn iets te wollig, of de begranning steekt net iets teveel uit. Bij grove dieren ziet men ook vaak wat lange pels.
Maar wat zeker niet meer zou mogen voorvallen is dieren moeten declasseren wegens te lange oren, wegens te zwaar of te licht, of wegens een slecht gebit. Dit zijn zaken die de fokker zeker zou moet weten. Deze dieren tentoonstellen is voor mij verloren geld.
Eerst alles goed bekijken voor dat er ingeschreven wordt!

In stelling brengen ( zeer belangrijk)

Probeer de dwergen in een goede stelling te brengen. Met deze oefeningen kan al begonnen worden op de leeftijd van 8 weken. Wanneer men dit tot tweemaal per week herhaalt, zullen de dieren wanneer ze de volwassen leeftijd bereikt hebben dit vanzelf doen, zowel thuis als op tentoonstelling.
Deze handeling gebeurt niet door aan de oren te trekken maar wel door de voorhand op te heffen, zo komen ook de voorbenen rechtop te staan. Door de lengte van de voorbenen zal dan ook het juiste type kunnen weergegeven worden. Een goed type kan men vaststellen wanneer men het dier opzij bekijkt. Wanneer de oren in dezelfde verticale lijn liggen als de voorbenen, dan hebben we het juiste type. Wanneer het anders is zal het type te lang zijn.


Huisvesting of fok!

Zijn ze kwetsbaarder en minder bestand tegen ziekten en weersomstandigheden?
Nee, speciale problemen stellen de dwergen zeker niet. Ze zijn even goed bestand tegen ziekten als grotere konijnen en moeten alleen voor de kweek iets meer warmte hebben, doordat ze met weinig zijn in het nest. Verder vragen ze niet meer of niet minder verzorging dan een groter konijn.
Het voederen is voor elke beginneling wel leren en zoeken naar de gulden middenweg, niet te veel voeren, maar zeker ook niet te weinig.
Bij mij krijgen ze ‘s avonds 35 à 40 gram volle korrel als hoofdmaaltijd en ‘s morgens een klein stukje wortel of kool in de winter, in volle zomer aardperen, zowel het blad als de stam en tegen de winter aan, knollen maar niet te veel.
Het eten moet altijd op zijn bij de volgende maaltijd.

Om een dwerguitgave van een ras te fokken kan men niets anders doen dan inkruisen met kleurdwergen. Voor het ras zelf zijn daar geen gevaren aan verbonden.
Wie aan iets dergelijks begint onderschat gewoonlijk wel de moeilijkheden van het gekozen ras.
Velen zijn geroepen en weinig uitverkoren.
De meeste geven het na een aantal jaren weer op, maar de echte dwergenfokkers zijn de harde fokkers die hun ras door en door kennen, dat zijn diegene die met weinig dieren naar een tentoonstelling komen en deze dus sterk geselecteerd hebben.
Dat verklaart waarom de punten veelal hoger liggen bij de dwergen dan bij de andere rassen.
Dit ligt aan de fokkers, niet aan de keurmeesters….


W. de Witte
A.keurmeester Konijnen 26. 02. 2004