Fokkersboek 2011-2012.

Dit jaar was ik eind april reeds in het bezit van het fokkersboek 2011-2012. Dit is in schril contrast met het verleden, waar het soms in juni-juli verscheen.

Ook inhoudelijk is verbetering merkbaar. Proficiat! Mijn grootste aandacht gaat uiteraard naar de dwergkonijnen. Hoe is het met deze rassen gesteld ?

Het populairste dwergras is de Nederlandse Dwerghangoor. Niet minder dan een 66 tal liefhebbers fokt dit ras in 39 verschillende kleurslagen. Ook de jeugd is hier goed vertegenwoordigd. Enkele onder hen moeten (zullen) dit in de volgende jaren bevestigen om tot de absolute top in dit ras door te dringen.

Een achtendertigtal liefhebbers fokt kleurdwergen in 33 verschillende kleurslagen. Mooie cijfers maar toch daalt het aantal kleurdwergen op onze TT stelselmatig. Uiteraard is het fokken van mooie kleurdwergen met goede dek- en buikkleur, tussen-en grondkleur, oog- en nagelkleur niet zo eenvoudig.

Het derde populairste ras is de Rexdwerg en telt 19 liefhebbers. Dit ras wint de laatste jaren aan populariteit. Kwalitatief staat de Rexdwerg nog niet op hetzelfde niveau als zijn grotere broer de Rex. Maar als je nagaat welke gekende liefhebbers dit ras fokken, zal dit zeker over enkele jaren verholpen zijn.

Hetzelfde aantal liefhebbers fokt de Pool Rood-en Blauwoog. Hopelijk houden zij dit ras fokzuiver. België is het enige land waar Pool en Hermelijn erkend zijn. Het gevaar bestaat dat sommigen dit ras zouden in kruisen met de Hermelijn. Beide rassen gelijken op elkaar; nochtans zijn er zeer duidelijke verschillen. Indien dit zich toch zou voordoen, moeten de keurmeesters streng optreden.

Zeven liefhebbers fokken de Haasdwerg, onder hen Vervecken Leo, nummer 1 in dit ras in de Benelux en niet toevallig onze huidige clubkampioen. Leo kan zijn stam nog moeilijk verbeteren maar kan anderen wel helpen om dit realiseren, waardoor het ras in populariteit kan winnen.

Slechts vier liefhebbers fokken dwergangora. Geen gebrek aan kwaliteit, wel aan kwantiteit. Nationaal kampioen bij de dwergrassen en kampioen op onze TT was niet toevallig een Dwergangorakonijn. Waarschijnlijk worden veel liefhebbers afgeschrikt door de extra verzorging, dat dit ras opeist.

Slechts twee liefhebbers houden het ras Hermelijn. Hoewel dit mooie ras vele voordelen biedt. De Belgische en Europese standaard van dit ras zijn dezelfde, wat niet kan gezegd worden van alle andere dwergrassen.

Het is een zeer vruchtbaar ras (regelmatig vijf jongen per nest), geen problemen met overgewicht. De kennis van Rudi en de ervaring van Jean, moeten twee belangrijke troeven zijn, om dit ras aan populariteit te doen winnen.

Voor het fokken van Dwergvoskonijnen heeft Ludwina tot op heden geen concurrentie. Ook de Nederlandse liefhebbers kan men op één hand tellen. Dit is een ongezonde situatie, waaraan de Dwergenclub extra aandacht moet besteden.

J. Heyvaert