Dwerg met Hollander tekening.
Op onze tentoonstellingen is de Hollander tekening niet te zien, wel in Veenedaal (Ned).
Hier kan men in twee klassen inschrijven de Nederlandse en de Europese
Hier komen zo een 900 tal dwergen samen. Deze tentoonstelling is te bekijken de eerste zaterdag van maart.
De tekening van het Hollander is zeer aantrekkelijk maar zeer moeilijk om het in de juiste plooien te krijgen.
In tegenstelling met het geen zijn naam zou laten vermoeden is dit dier niet van Nederlandse afkomst maar een Engels product.
De laatste haalden nochtans hun "ruw" martiaal uit het zuiden van dit land ( als ook bij ons in Belgie).
Onnodig U te zeggen dat en veel geduld moeten gehad hebben, er waren dieren bij die maar 600 gram wogen uit deze dieren is ook het grond mariaal ontstaan voor het pooltje eveneens een schepping van de Engelsen.
Als sportras kende het Hollander konijn echter zijn volle ontplooiing na 1900 toen de erfelijkheid wetten van Mendel herontdekt werden, en o.a. de verschillende kleurvariëteiten schiep.
Over de Hollander factor bestaat er geen eensgezindheid. Inderdaad volgens sommige bronnen heeft men bij de Hollander te doen met polymerende factoren die bij eeen zekere combinatie het juiste tentoonstellings dier geven; volgens anderen berust alles op mutatieve trekken van het stand punt dat dit tekening beeld berust op verschillende werken en waarvan de ene veel meer invloed heeft dan de andere.
Ter titel van inlichtingen: wat is polymeren vererving?
Tussen 2 dieren van het zelfde ras kan nog een groot verschil in kleurenintensiteit ontstaan ook al zijn ze beiden fokzuiver.
Er moeten dus nog meer invloeden zijn die, afgescheiden van de eventuele modificaties, die natuurlijk ook een zekere rol spelen, op erfelijke grondslag berusten.
Polymerie komt vooral voor bij konijnen voor wat betreft lichaamsgrote, bouw en oorlengte.
De oorlengte heeft ook met de temperatuur te maken.
De Hollander factor ligt in zelfde chromozoom als de Vlinder factor. Men had inderdaad reeds lang vastgesteld dat er een zekere samenhang bestong tussen bepaalde kenmerken daar ze altijd terzelfder tijd optraden waarvoor ze in dezelfde chromozoom moeten gelegen zijn .
De Hollander en Vlinder factor liggen samen met de factor "normaalhaar" in dezelfde chromozoom.
Daaruit vloeit voort dat men dus in principe geen langharige gevlekte dieren kan hebben.
We zeggen wel "in principe " want als dit zich toch voordoet is dit te wijten aan een "crossing-over" (uitwisseling van factoren). Hoe ontstaat zo iets?. Alvorens te scheiden omstrengelen tijdens de reductiedeling de chromosomen van ieder paar elkaar. Het kan gebeuren dat een stukje van een chromozoom wordt losgescheurd en aldus overgaat op een ander chromozoom samen met zich de daarin bevindende factoren. Wanneer dit nu gebeurt bij beiden partners van een chromozoom spreekt men zoals al gezegd van uitwisselingen van factoren of "crossing-over". Zo kan men verklaren dat er dieren kunnen voorkomen met afwijkende oogkleur of lang haar.
Daarenboven is de Hollander factor"recessief" ten opzichte van eenkleurige alhoewel niet 100% want zeer dikwijls komen bij kruisingen nog dieren met witte vlekken voor.
Samengevat staan we hier voor een ingewikkelde vererving waarvan het juiste aantal factoren en de mate van hun invloed nog niet voldoende bekend zijn, zodat we menen te mogen zeggen dat het nog altijd het beste is fokken met goed getekende dieren van goede afstammelingen. Dit sluit niet uit dat men ook heel goede dieren kan bekomen door lichte met donker type te combineren
Alle erkende kleuren zijn erkend bij de Hollander tekening, ik ga ze nu niet op noemen maar je kunt ze terug vinden in onze standaard.
De zwarte kleur is de oudste en komt het meest voor.
Hoe is de zwarte Hollander ontstaan? Combinatie één kleurig zwart x wildkleur Hollander.
In de eerste fok (F1) bekomt men wildkleur doch in de tweede fok (F2) kan men zwarte dieren verwachten met een Hollander tekening. De overige kleurslagen, als de verdunning factor optreed bekomt men blauw, bruin en geel.
De driekleur is de laatste kleurslag. De driekleur blijft onbekend door kruisingen, we hebben hier de bandtekening en de dambord tekening, hier moet de intense roodgeel actief zijn.
Hier kan men experimenteren, v.b. zwart vervangen door blauw door een japanner te kruisen met een blauwe, hier zullen de ogen blauwgrijs moeten zijn geen kastanje bruin.
Hier ligt de oogkleur gevoelig een meest voorkomende fout twee verschillende oog kleuren dit is te wijten door de Wit Wener factor. Een fout die zich manifesteert van zodra men kruist met een Hollander die ook deze Wit wener factor in zich heeft.
Alfred van Hoorde uit Zingem was jaren bezig met het fokken van deze Hollander dwerg, spijtig dat dit allen teloor gegaan is. Maar we hebben een jong lid Maarten Van Dam uit Gistel die deze Hollander dwerg fokt.
De dwerg factor is niet gemakkelijk, zoals de dwerghangoor, hier moet men rekening houden met de vruchtbaarheid enz..
De standaard eisen zijn voor alle dwergen gelijk, we verlangen een zeer mooi type in een perfecte bouw en de juiste tekening, de beschrijving kan men op volgen in de standaard.
W. de Witte
A keurmeester konijnen.
2 juni 2011